Collega Gert Schoolen aan het woord

Zeg je Grondbank GMG, dan zeg je Gert Schoolen. Al 21 jaar zorgt hij er samen met het Grondbank GMG team voor dat er met grond en baggerspecie de mooiste landschappelijke inrichtingen in heel Nederland worden gemaakt.

Middle section

Al duurt de voorbereiding mij soms wat lang, het geeft ontzettend veel energie als dat mooie werk er dan toch eindelijk komt.

Gert Schoolen
Images

Gert, je bent projectleider. Wat houdt jouw werk precies in?

“Mijn werk is heel divers. Ik heb overleggen met opdrachtgevers, aannemers, waterschappen, overheden, loonwerkers, agrariërs etc. Aanbestedingen, klantbezoeken, vraag en aanbod afstemmen, geen dag is hetzelfde en het is nooit saai. Verder besteed ik tijd aan acquisitie om nieuwe projecten op te kunnen starten. De geluidswallen in Apeldoorn en Cuijk zijn daar recente voorbeelden van. Mijn werkgebied ligt voornamelijk in Gelderland, ik ben verantwoordelijk voor Midden- en Zuid-Nederland. Mijn collega Ronald Agelink is ook projectleider, hij heeft Noord-Nederland onder zijn hoede. Dat doen we samen met ons dynamische team.”

“Met leren was ik een beetje een laatbloeier”

“Na het mavo heb ik de middelbare tuinbouwschool gedaan. Mijn vervolgstudie, cultuurtechniek (tegenwoordig land- en watermanagement) heb ik gedaan bij Hogeschool van Hall Larenstein in Velp. In 1992 studeerde ik af op het fenomeen grondbank. Na mijn studie ben ik gestart bij een aannemer in de grond-, weg- en waterbouw. Na Larenstein heb ik nog een studie milieukunde gedaan in Nijmegen. Met leren was ik dus een beetje een laatbloeier. Van dit wat langere traject pluk ik nog dagelijks de vruchten. Door verschillende inzichten die ik heb opgedaan zie ik hoe verschillend mensen tegen dingen aankijken.”

Hoe ben je bij Grondbank GMG terecht gekomen?

“Dat ging via-via. Er was op dat moment geen vacature. Maar ik kende Grondbank Midden-Gelderland wel. De oprichters zeiden: ‘kom maar eens op gesprek’. En ik dacht ‘praten kan altijd’. Op dat moment was ik pas anderhalf jaar aan het werk bij de gemeente Nijmegen (bureau Bodem) en had het daar goed naar mijn zin. Het werk was wel anders dan bij de aannemer waar ik daarvoor vijf jaar had gewerkt. Ik miste de afwisseling een beetje. De functie bij Grondbank GMG sprak mij erg aan. Ik startte in 2000 in de binnendienst en langzamerhand groeide ik naar de rol van projectleider.”

"We willen goed zijn in wat we doen"

“We bestaan bijna 25 jaar. In 1998 startte Grondbank als een samenwerkingsverband tussen Gelderse gemeenten. Dat is later samengevoegd in een bv en in 2007 werd het geprivatiseerd. Het werd te commercieel voor de overheid. In 2012 zijn we onderdeel geworden van de K3 organisatie. Een mooie aanvulling op de bestaande activiteiten van K3 (primaire grondstoffen en gebiedsontwikkeling). Wij zorgen namelijk voor het secundaire: het hergebruik van grond en baggerspecie. Altijd met de focus op kwaliteit. We willen goed zijn in wat we doen. En daarnaast zeg ik altijd: locatie, locatie, locatie. Het is belangrijk om zoveel mogelijk eigen locaties te hebben. Waar we geen eigen locatie hebben, maken we gebruik van ons netwerk om de klant van dienst te kunnen zijn en te kunnen ontzorgen. In totaal gaat het om ongeveer 25 eigen locaties verspreid over Nederland.”

Wat is jouw eerste herinnering aan Grondbank GMG?

“Dat het een mooie grote ‘bouwput’ was, haha. De overdracht was een stapel werk met de melding ‘veel succes!’ Ik heb het wiel moeten uitvinden en was een pionier die commercieel grond ging “verslepen” van A naar B. Het toen geldende Bouwstoffenbesluit moest ik dan ook eerst doorgronden en dat was een redelijke uitdaging, zeker in relatie tot de vlugge handel. Een doorlooptijd van vijf weken past niet echt bij de dynamiek van de bouw. Als je dan na een voorbereidingstijd van vele jaren bijvoorbeeld een parkeergarage mag bouwen, dan moet de grond er binnen een week uit. En, oh ja, die grond moet je wel conform de regels afvoeren. Een goede voorbereiding is dus heel belangrijk, dat bleek direct in die beginperiode.”

Waar ben je trots op?

“Als je terugkijkt op gerealiseerde projecten dan ben ik zeker trots. Vooral omdat je het hele traject doorloopt: van het binnenhalen van een project tot de oplevering. Met het vertrouwen dat je in elkaar hebt, kun je samen de mooiste resultaten behalen. Dat vertrouwen krijg je door te doen wat je hebt afgesproken. Altijd naar tevredenheid van de klant.”

Hoe zie jij Grondbank als onderdeel van de K3 organisatie?

“Het heeft veel voordelen. Je hebt een breder netwerk waardoor je meer locaties kunt ontwikkelen. In de tijd dat we nog geen onderdeel waren van de K3 organisatie hadden we bijvoorbeeld maar één watergebonden locatie. Nu hebben we volop watergebonden projecten waar we door herinrichting met grond en baggerspecie nieuwe natuur- en recreatiegebieden realiseren. Een ander voordeel is dat we een breed pakket kunnen bieden en elkaar versterken doordat we allerlei expertises in huis hebben. Zo hebben we ook veel mogelijkheden voor het leveren van alle soorten klei en zand. Onze afdeling gebiedsontwikkeling zorgt voor een breed gedragen en vergund ontwerp. We kunnen zelfs het transport over water regelen of de bouwput voorzien van bronbemaling.”

Welke uitdagingen zie je als het gaat om het verwerken van grond en baggerspecie?

“De grootste uitdaging is het ontwikkelen van nieuwe locaties. In ons kleine landje moeten we met zijn allen de weinige vierkante meters goed benutten. Geluidsoverlast geeft veel stress bij mensen. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat mensen rust nodig hebben, je moet de vogels horen fluiten en niet worden gestoord door voorbijrazende auto’s. Ik vind het mooi dat wij hiervoor een oplossing kunnen bieden in de vorm van een geluidswal. Door deze landschappelijk in te passen en te voorzien van veel groen zie je dat de biodiversiteit toeneemt. Daarnaast bied je mensen echt een buiten in hun omgeving. Als zo’n gebied rondom een geluidswal vorm krijgt, zie je mensen genieten van een ommetje.”

“Horen wat er speelt in de omgeving is belangrijk”

“De aanlooptijd is soms lang, omdat je eerst in contact treedt met bewonersgroepen of klankbordgroepen. Daarnaast doorloop je allerlei procedures. Dat vind ik een goede ontwikkeling. Horen wat er speelt, wat de wensen zijn. Samen maak je dan iets moois waar iedereen tevreden over is. Vaak ben je zeker vijf tot zes jaar onderweg. We maken een plan met de omgeving en gebruiken onze expertise om de ontwikkeling vorm te geven. Onderweg kom je van alles tegen: van beschermde diersoorten tot archeologie, en de vele benodigde vergunningen. Als het dan toch lukt om het plan vorm te geven en uit te kunnen voeren, ben ik tevreden.”

Hoe zit het met de wetgeving?

“Het belangrijkste is continu anticiperen. Het beleid wisselt geregeld en kan elkaar nog wel eens tegenspreken. Voor het publiek maakt dit het ingewikkeld. Geregeld krijgen we kritische vragen van de pers. En terecht. Mensen willen weten hoe het zit en of wij het goed doen. En dat doen we. We blijven naast de gestelde eisen ook altijd zelf scherp en kritisch. Het is wel jammer dat er soms een negatief randje aan zit. Als je op een verjaardag vertelt dat je werk bestaat uit het “verslepen van grond”, dan beginnen de grapjes. We blijven echter altijd focussen op de voorbereiding en de motivatie. Ons verhaal blijven vertellen is belangrijk.”

Wat doe je graag in je vrije tijd?

“Ik ben veel in de tuin te vinden. Mijn tuin vraagt om het nodige onderhoud. Daar steek ik graag veel tijd in. Verder wandelen we veel en houd ik van skiën en vakantie vieren. Fitnessen doe ik ook graag. Thuis is het een gezellige boel met drie kinderen, mijn vriendin en onze herder. De oudste twee, mijn dochters, studeren. Mijn zoon van 16 is de jongste van het gezin en woont nog thuis.”

Wat is je wens voor de toekomst?

“Allereerst vrede op aarde natuurlijk. Wat betreft het werk: dat ik met plezier vele jaren mag blijven werken aan mooie projecten en er altijd vraag en aanbod van grond en bagger zal blijven. Zodat dat we nog minstens 25 jaar vooruit kunnen bij Grondbank GMG, ook met nieuwe locaties. Onze kernwaarden als klantvriendelijkheid, correctheid, denken in oplossingen en vertrouwen blijven op nummer één staan. We besteden ook tijd aan leuke activiteiten. Zo waren we laatst een middag aan het werk in de Hatertse en Overasseltse Vennen. We hebben hier met zijn allen ‘dennetjes getrokken’ op de hei (weghalen van dennetjes, zodat het de groei van de hei niet in de weg zit). We doen het allemaal met een fijn en divers team; een goede mix tussen ervaren collega’s en jong, aanstormend talent. Af en toe van mening verschillen maakt het interessanter en levert vaak meer op. Dat maakt het werk nog leuker.”